Je moet dom zijn, dan is het goed

Ik zit in de houten kooi, rechts naast het schoolbord van klas 4 lagere school. Meester T had gisteren al gezegd dat hij genoeg had van mijn papegaai gedrag. Als ik niet zou stoppen met hem verbeteren dan zou hij zorgen dat ik een passende plek zou krijgen.

Ik kon het niet nalaten, want hij vertelde iets van geschiedenis wat echt fout was.

Hier zit ik dan in mijn kooi, mijn klasgenootjes weten niet goed wat te doen, lachen of huilen. Natuurlijk is er de bekende pestkop, die zo nodig wat moet zeggen. Ik sluit me af, voel me zo alleen. Ik moet dus dom zijn, want dan is het goed.

In de middag komt mijn schoolvriendje met een groot rond blik. 

Er staat op geschreven: papegaaienvoer. Als ik het open maak, zit het vol met mijn lievelingsdrop. Kushandje. En de meester kijkt maar doet niets.

Wat is dom? Wat is slim? Welke optie is wanneer goed? Als kind heb ik mezelf niet deze vragen gesteld, maar leerde ik wel op mijn hoede te zijn, want ik wilde het goed doen.

Goed doen thuis, op school, eigenlijk overal.

Ik ontwikkelde een zeer gevoelige antenne om me precies zo te gedragen zodat ik de ander niet zou gaan ergeren, irriteren, boos maken.

Het gaf mij dan de rust en zo kon ik voorkomen dat uit onverwachte hoeken ‘ de klappen’ konden vallen. Ik kon mezelf behoorlijk GRIJS maken.

Maar niet altijd.

Mijn opa heeft een bijzondere rol in mijn leven, bij hem kon ik alles zijn, behalve grijs.

Samen biggen halen midden in de nacht, mijn kleine smalle hand in de zeug om big na big op te halen uit dat grote lijf. In het stro de gillende biggen droogmaken en aanleggen.

Of op de ‘ brommert’ samen in het land van Maas en Waal toeren, ik, als 6-jarige, sturen en gas geven, mijn opa schakelen. Remmen, dat deden we niet.

Of na de communie niet meer voorin bij mijn oma zitten, maar mee naar achter met Opa. Als de pastoor begon met de mededelingen stapte Opa op naar de kroeg voor zijn zondagsborreltje. Ik met mijn blonde krullen, kleurrijke plooirok, witte sokjes en lakschoentjes tussen de grote mannen aan de bar met een appelsapje in passend borrelglas.

De avonturen met mijn opa zijn op latere leeftijd weer gaan leven. Wat blijkt, als de zaadjes ooit zijn geplant, komen ze op enig moment tot wasdom. Het juiste moment komt door genoeg water, zand en zon. Dan worden ook je eigen grijze dagen nooit meer grijs. Als herinnering aan een verleden tijd, zijn mijn steeds grijzer wordende haren, die ik gemakshalve antiek blond blijf noemen.

Je moet dom zijn, dan is het goed, klopt niet.

Het is geen keuze dom of slim te zijn. Je bent wie je bent, het leukste is altijd nog Jezelf.

Laat een ander niet bepalen waar jij wilt staan, je hebt je eigen unieke tegel.

Vertrouw op je eigen oordeel.

Kijk naar de mooie momenten in je leven, en verlang naar meer, die zullen komen.

Bedenk dat je hart, ondanks dat het links zit, altijd right is.

meer lezen: Inspiratiemail maart 2020